Ga naar hoofdinhoud

'Het zijn toppers'

Lees het hele verhaal

Echtpaar Martien en Tiny Koppen

Woonzorgcentrum Lemborgh

Mantelzorger Martien Koppen (65) merkte de laatste zes jaren dat het met zijn vrouw Tiny (78) minder goed ging. Ze was vergeetachtig. Een keer dat Martien bij thuiskomst gasgeur rook en Tiny van niets bewust was, belde Martien zijn huisarts. Er werd een afspraak met de geriater voor onderzoek gemaakt en ook de casemanager dementie kwam daarna regelmatig langs. Tiny ging langzaam achteruit en het moment kwam dat ze niet meer alleen thuis kon zijn.

Aan de keukentafel in Urmond vertelt Martien dat dit een erg moeilijke tijd was.  Ik werkte fulltime en kreeg zelf de diagnose non-Hodgkin. Regelmatig kwam er iemand van Zuyderland Thuiszorg thuis langs om steeds meer in huis te helpen; eten maken, huishoudelijk werk en ook Tiny douchen. 

Stap voor stap werd de zorg overgenomen en dat was soms best moeilijk omdat Tiny achterdochtig was. Ze zocht vaak ruzie met Martien en was erg onrustig.  Als ik na mijn werk thuiskwam, zat ik alleen thuis met een rusteloze Tiny. Ook al ging het lopen steeds moeilijker, Tiny ging de straat op. Ze sprak mensen aan en ging dwalen. Ik stond 24 u per dag aan en raakte overbelast.’  

Ondanks dat Martien de deuren op slot draaide, lukte het Tiny om een keer naar buiten te gaan. Ze kwam ten val en had scheurtjes in haar bekken.  De volgende dag heb ik de huisarts gebeld en dokter Linssen kwam langs. Hij nam de regie over en ik ben hem daar zo dankbaar voor. Na onderzoek in het ziekenhuis heeft hij een crisiskamer kunnen regelen in Zuyderland woonzorgcentrum Lemborgh. We kwamen daar midden in de nacht aan maar ik herinner me tot op de dag van vandaag hoe warm de ontvangst was. De medewerkers waren aardig en gaven antwoord op de vele vragen die ik had. Mijn grootste zorg was hoe Tiny op deze verhuizing zou reageren en ook daarin hebben ze mij steun gegeven.’ 

Het was al snel duidelijk dat Tiny niet meer naar huis zou gaan. Er was in een ander woonzorgcentrum een plekje voor haar.  Maar ik had zo’n goed gevoel over zorgcentrum Lemborgh en de medewerkers dat ik contact heb opgenomen met de casemanager. Het is haar gelukt te regelen dat Tiny in Lemborgh mocht blijven. Ze kreeg daar de zorg die goed voor haar was en het personeel dacht voortdurend mee over wat er nodig was om een goede balans te vinden.

Er werd ook maatschappelijk werk voor Martien geregeld. ‘Dat was fijn want op het moment dat Tiny haar draai vond in Lemborgh, kwam bij mij de klap. Ik voelde opeens al die jaren van zorgen, en dankzij Lemborgh kon ik langzaam leren om meer los te laten en tijd voor mezelf te nemen. 

Martien had die tijd ook nodig. Recent kreeg hij de diagnose prostaatkanker.  Ik weet dat Tiny een goed plekje heeft en dat geeft mij rust om de behandelingen te ondergaan. Bijna iedere dag probeer ik even bij Tiny langs te gaan, gewoon voor een kopje koffie in het restaurant van zorgcentrum Lemborgh. Ik moet wennen aan de stilte in huis. Om balans te vinden ben ik begonnen met vrijwilligerswerk. Op een andere afdeling dan waar Tiny verblijft, begeleid ik elke maandagmiddag de ‘mannenmiddag’ en ga ik op vrijdagmiddag wandelen met bewoners. Dit doet mijzelf goed en ik zie hoe deze activiteiten het personeel van Lemborgh ontlast. Ik heb bewondering voor wat ze doen. Het zijn toppers.