Ga naar hoofdinhoud

'Thuiszorg is zoveel meer dan het wassen van ouderen'

Lees het hele verhaal

Lana

Thuiszorg

'Thuiszorg is zoveel meer dan het wassen van ouderen'

Lana, verpleegkundige in de wijk, kent de vooroordelen maar al te goed. “Als ik het met familie of vrienden over mijn werk heb, zijn ze vaak verbaasd over de inhoud van mijn functie. Over de verschillende leeftijden van mijn cliënten en de technische handelingen die ik verricht.” Lana erkent dat het imago van de thuiszorg dient te worden bijgeschaafd. Samen met haar nicht, die ook als verpleegkundige werkzaam is bij Zuyderland Thuiszorg, maakt zij hier graag werk van.

In juli 2018 rondde Lana haar mbo-opleiding ‘Verpleegkundige’ af. Aansluitend op haar afstudeerstage ging ze aan de slag bij Zuyderland Medisch Centrum. Al snel kwam ze tot het besef dat de thuiszorg, die ze tijdens een eerdere stage had leren kennen, beter bij haar past. De toenadering van een wijkverpleegkundige, die Lana nog kende van deze stage, gaf de doorslag. “Ze vroeg of ik al een baan had gevonden en open stond voor een carrière in de thuiszorg.” Een schot in de roos, zo bleek.

Een band opbouwen
In het ziekenhuis verrichte Lana met name verpleegkundige handelingen, wat haar erg aansprak. Hier had ze immers vier jaar lang voor gestudeerd. Ook de 8-uursdiensten vond zij aantrekkelijk. De hectiek en de geringe interactie met patiënten stonden haar echter tegen. “In het ziekenhuis miste ik het échte contact met mensen, het kunnen opbouwen van een band. Van nature ben ik geïnteresseerd en nieuwsgierig. Ik wil weten hoe het bezoek aan de dermatoloog is verlopen en hoe het uitje naar Amsterdam is geweest.” Volgens Lana kun je cliënten pas zorg op maat bieden, als je hen goed kent. De thuiszorg geeft haar die mogelijkheid. “Natuurlijk beschik ik over de kennis en vaardigheden om een stoma te verzorgen. Maar de ‘manier waarop’ stem ik altijd af met cliënten. Vaak hebben zij deze stoma al jaren. Als geen ander weten zij dan ook wat prettig en vooral niet prettig is. Hier probeer ik zoveel mogelijk rekening mee te houden.”

Inhoud van het vak
Van een ‘gemiddelde dag’ kan in de thuiszorg niet worden gesproken. Lana: “Geen zorgvraag is hetzelfde. De verschillende ziektebeelden maken het juist zo interessant.” Vanuit haar functie als verpleegkundige in de wijk is ze met name bezig met wondzorg, het inbrengen en wisselen van katheters, stomazorg, tracheazorg en zwachtelen. “Soms zijn dit cliënten die ook moeten worden gewassen. Dat doe ik er dan bij.” Vakinhoudelijk doet de thuiszorg dus zeker niet onder voor de ziekenhuiszorg. Het grote verschil zit ‘m met name in de setting. “Je bezoekt cliënten in hun persoonlijke omgeving. En elk huishouden heeft zijn eigen sfeer, normen en waarden.”
Aan het werken van gebroken diensten was Lana snel gewend. “Als mijn ochtendroute om 12.30 uur is afgelopen en ik pas om 15.00 of 18.00 uur weer aan de slag moet, dan besteed ik mijn vrije middag aan het huishouden. Of ik gun mezelf een paar uur ontspanning. Ik kan me trouwens goed voorstellen dat collega’s mét (jonge) kinderen hier anders over denken.” In Sittard, de regio waarin Lana werkzaam is, zijn onlangs overigens twee 8-uursroutes opgestart. Medewerkers hebben daardoor een keuze: gebroken diensten of één lange dienst. “Het is een pilot, die in mijn ogen zeer geslaagd is.”

Ruimte voor ontwikkeling
Werken in de thuiszorg vergt volgens Lana een gezonde dosis nuchterheid. “Er komt veel op je af: van een nieuwe werkomgeving tot het opbouwen van een (sociaal) netwerk. Waar ik tijdens mijn opleiding veel begeleiding kreeg, daar ervoer ik als afgestudeerd verpleegkundige ineens veel zelfstandigheid. Dat was wel even wennen. Gelukkig heb ik snel mijn ritme kunnen vinden.” Lana voelt zicht gesteund door haar teamleden. Vakinhoudelijk alsook emotioneel. “We sparren over complexe zorgvragen, maar bieden elkaar ook een luisterend oor. We zijn er voor elkaar. En ondanks mijn jonge leeftijd word ik serieus genomen en kan ik volop meedoen. Uiteindelijk zijn we allemaal professionals.”

“Hoe het er in andere zorgorganisaties aan toe gaat weet ik niet. De behoefte om hier achter te komen is er ook niet. Ik zit hier op m’n plek en heb het enorm naar mijn zin.” De kansen die ze krijgt, grijpt ze met beide handen aan. Zo is Lana, naast haar functie als verpleegkundige in de wijk, opgeleid en verantwoordelijk gesteld voor de intake van nieuwe cliënten en de periodieke evaluatie van zorg. Ook het opstellen van de cliëntenplanning en het medewerkersrooster is haar taak. “Ik zie het meer als hobby dan als werk en krijg er veel energie van. Vanuit Zuyderland Thuiszorg start ik binnenkort zelfs met de hbo-opleiding ‘Verpleegkunde’. Deze opleiding biedt mij uiteindelijk nog meer kansen.” Vanuit haar ambitie ziet Lana een toekomstige functie als wijkverpleegkundige of specialist in de wondzorg als serieuze mogelijkheid.

Een warme wijk
De vraag welke zorgmomenten Lana in haar nog korte carrière nadrukkelijk zijn bijgebleven, zet haar aan het denken. “Eigenlijk springt er voor mij geen enkel moment uit. Misschien springen ze er allemaal samen wel uit.” Ze benadrukt dat elke cliënt op zijn of haar beurt uniek is. En dat juist het ‘volledige plaatje’ haar energie geeft. “Waar ik met de ene cliënt lach, daar heb ik met de andere cliënt een serieus gesprek.” Lana beaamt dat dit enig aanpassingsvermogen vereist. “Ik benader cliënten zoals ze zijn, zonder vooroordelen. Waarschijnlijk kan ik het daarom wel zo goed met iedereen vinden.”
Europapark-Vrangendael, de wijk waarin Lana haar werkzaamheden verricht, geeft haar een welkom gevoel. “De cliënten zijn blij met mijn komst en spreken dit ook uit.” Als het even kan, dan pakt Lana de fiets. “Mijn ouders wonen er ook, waardoor ik de wijk goed ken.”