Ga naar hoofdinhoud

‘Ik dacht: even dotteren en dan kan ik er weer tegen als van tevoren’

Lees het hele verhaal

Rob Doven

Medisch Maatschappelijk Werk

‘Ik dacht: even dotteren en dan kan ik er weer tegen als van tevoren’

Als Rob Doven (59) op zijn werk pijn op de borst krijgt en onwel wordt, denkt hij niet aan een hartinfarct. Hij wil naar buiten in de frisse lucht een sigaretje roken om tot rust te komen. Zijn collega vertrouwt het niet. De grauwe gelaatskleur, de duizeligheid en het overmatig zweten zijn voor hem signalen om een arts in te schakelen. Rob wil dit niet. Zijn collega geeft hem de keuze: of Rob gaat zelf naar de huisarts of zijn collega belt 112. Rob besluit om dan maar te kiezen voor de huisarts. Hij ziet het nut er niet van in, omdat hij dit gevoel al vaker had. Onderzoek wijst uit dat het wel degelijk om een hartinfarct gaat. Niet lang daarna wordt hij in het ziekenhuis gedotterd.

Rob: ‘Ik dacht: even dotteren en dan kan ik er weer tegen als van tevoren. Zo werkt dat dus niet. Je lichaam wordt gereset en je begint weer bij 0. Mijn hele leven en dat van mijn gezin stond op dat moment op zijn kop. Mijn lichaam liet me in de steek en dat moet ik accepteren. De eerste weken leefde ik in een roes en voelde alleen maar angst. Ik kon niet vatten dat mij dit was overkomen. Ik ben iemand die niet bij de pakken neer gaat zitten, dus dat gevoel heb ik snel aan de kant gezet.’

Rob: ‘Ik heb altijd een goede conditie gehad, maar na het infarct was er niks meer van over. De eerste keer dat ik met onze hond Sette naar de hondenuitlaatplaats ging, was ik helemaal op. Snakkend naar adem realiseerde ik me, dat ik die 500 meter ook nog terug moest lopen. Ik accepteerde dat niet, dus de volgende dag ging ik die uitdaging weer aan evenals de dag daarna.’

Na vier maanden start Rob met het hartrevalidatie-traject in het ziekenhuis. Een onderdeel is de leefstijlmodule, die wordt verzorgd door medewerkers van de afdeling Medisch Maatschappelijk Werk (MMW). Tijdens vier dagdelen krijgt Rob handvaten zodat hij leert om te gaan met de psychische gevolgen van een hartinfarct. Rob: ‘Daar ontmoette ik lotgenoten en werd me ervan bewust dat ik niet de enige ben met bepaalde gevoelens en klachten. Door het luisteren naar de verhalen van andere patiënten leerde ik relativeren. Ik realiseerde me dat ik er nog goed vanaf was gekomen. De begeleiding is top. Ik kan altijd bellen als ik vragen heb. De sessies zijn interactief en behoorlijk intensief. Daardoor komen de hersenen weer op gang. Naast lichamelijk is geestelijk herstel ook erg belangrijk.’

Rob’s echtgenote Angelica gaat ook mee naar de hartrevalidatie bijeenkomsten. Zij is Rob’s buddy en trapt op de rem als hij te ver dreigt te gaan. Angelica: ’Tijdens de sessies herken ik veel uit de verhalen van andere partners. Want geloof me, wat Rob heeft meegemaakt, heeft ook veel invloed op mij. Ik let héél goed op hem, want ik ben bang dat er iets gebeurt. Ik durf ook bijna niet meer tegen zijn mening in te gaan en al helemaal niet op hem mopperen, want stel hij windt zich op? Misschien gebeurt er dan iets met zijn hart.’

Volgens Rob is door dit hartinfarct zijn leven totaal veranderd. ‘Ik ga aan de slag met de dingen die écht belangrijk zijn in het leven: mijn gezondheid en mijn gezin. Ik leef veel bewuster. Eerder ging ik naar buiten om een sigaret te roken. Die sigaret is nu verleden tijd. Nu ga ik naar buiten om te wandelen met Sette en te genieten van alles om me heen. Tijdens het wandelen rust ik op tijd uit als mijn lichaam dat aangeeft. Ook let ik goed op mijn voeding.’

‘Het is belangrijk dat je je na een hartinfarct realiseert dat je zelf in de hand hebt hoe je ermee omgaat,’ besluit Rob. ‘Zet je dus over de angst heen en ga verder met je leven. Vermijd situaties die stress opleveren en leef bewust. In het begin is iedereen bang. In eerste instantie wilde ik ook niet naar de groepslessen van de hartrevalidatie. Ik dacht dat ik geen hulp nodig had en dat ik dat wel op eigen houtje kon doen. Uiteindelijk ben ik toch gegaan en heb er veel aan gehad. Het gaat steeds beter met me. Lichamelijk ben ik fit. Ik heb nog moeite met lang mijn concentratie vasthouden. Ook word ik van veel indrukken geestelijk moe, maar ik ben een doorzetter en ga ervoor.’