Voor onderzoek naar een nieuwe of teruggekeerde tumor is een jaarlijkse mammografie voldoende. Dit geldt ook voor onderzoek naar een tumor in de andere, gezonde borst. Elk ander (bloed)onderzoek vindt alleen plaats als daar reden voor is, bijvoorbeeld bij bepaalde aanhoudende klachten of bij afwijkingen bij lichamelijk onderzoek.
De frequentie van nazorgcontroles neemt na verloop van tijd af. Dat gebeurt in overleg met u. Als de nacontrole stopt, verwijzen wij u (terug) naar het bevolkingsonderzoek.
U krijgt dan voortaan elke twee jaar een oproep voor mammografie. Als u borstsparend bent geopereerd, adviseren wij om de mammografie elke twee jaar via de huisarts te laten aanvragen in het ziekenhuis waar tijdens de nacontrole de mammografieën zijn gemaakt.
Klachten waar u zelf op moet letten
Neem contact op met uw huisarts of behandelaar in het ziekenhuis als klachten zoals pijn of kortademigheid erger worden en langer dan 3 weken duren. Uit onderzoek kan blijken dat de klachten niets met borstkanker te maken hebben. Neem eveneens contact op als u verandering bemerkt in de geopereerde borst, in het litteken van een amputatie of in de andere borst.
Als de borstkanker terugkeert
Borstkanker kan op twee manieren terug komen. Een lokaal recidief betekent dat de borstkanker in het operatiegebied is teruggekomen. Bij een plaatselijk of regionaal recidief zit de nieuwe tumor in de borstwand, de oksel, in het kliergebied onder het sleutelbeen of naast het borstbeen. Als de arts een plaatselijk recidief constateert, vindt altijd gericht onderzoek naar uitzaaiingen plaats.
Uitzaaiingen
De tumor kan ook op een andere plek in het lichaam teruggekomen zijn. Dat is het geval als een tumorcel via lymfe of bloed is vervoerd en is uitgegroeid tot een nieuwe tumor. Er is dan sprake van een uitzaaiing. Uitzaaiingen op afstand zijn moeilijk op te sporen. Om te worden opgemerkt, moeten de uitgezaaide cellen al een nieuwe tumor hebben gevormd van een halve tot een hele centimeter.
Behandeling bij terugkerende tumor
Welke behandeling mogelijk is bij terugkeer van de tumor, hangt af van de plek waar dat gebeurt. Een in opzet genezende behandeling is vaak nog mogelijk bij een zogenoemd locoregionaal of plaatselijk recidief.
Een in opzet genezende behandeling is niet meer mogelijk bij op afstand uitgezaaide ziekte. Een palliatieve behandeling is dan nog wel mogelijk. Deze richt zich op het remmen van de ziekte, het verminderen of voorkomen van klachten en het zo lang mogelijk behouden van goede kwaliteit van leven.